CO2-voetafdruk

Een van de belangrijkste oorzaken van milieuschade is de uitstoot van broeikasgassen, hoofdzakelijk CO2 (koolstofdioxide). Het berekenen van de CO2-voetafdruk geeft inzicht in de hoeveelheid uitstoot en biedt sturingsinformatie om de uitstoot te verminderen. In de berekening wordt onderscheidt gemaakt tussen drie gebieden, ook wel “scopes” genoemd:

Scope 1 gaat over de directe uitstoot, veroorzaakt door eigen bronnen binnen de organisatie. Dit is bijvoorbeeld de uitstoot van het gas- en koelvloeistoffenverbruik voor kantoor en de verbranding van fossiele brandstoffen in bedrijfsvoertuigen.

Scope 2 omvat de indirecte emissies. Het zijn emissies die ontstaan door de opwekking van elektriciteit, warmte, koeling en stoom. Deze emissies worden als indirect beschouwd omdat ze plaatsvinden buiten de directe controle van de organisatie (zoals een energiecentrale), maar toch voortkomen uit haar energieverbruik.

Scope 3 omvat emissies die voortkomen uit activiteiten die gerelateerd zijn aan de organisatie maar afkomstig zijn uit bronnen die geen eigendom van de organisatie zijn en ook niet beheerd worden door de organisatie. Denk hierbij aan emissiebronnen die vrijkomen door transport, zoals transport van het CB.

Een uitgebreid overzicht van de milieu-impact van een uitgever omvat niet alleen een berekening van de CO2-uitstoot, maar omvat bijvoorbeeld ook watergebruik en chemische vervuilers tijdens de productie van een boek.

Scope 1 & 2 berekenen

Onderzoek van het bedrijf CO2Logic naar de voetafdruk van een grote uitgeverij (bron: rapportage ‘Duurzaam Boek’, 2014) laat zien dat nog geen 10% van de totale CO2-voetafdruk van de uitgeverij voor rekening komt van scope 1 & 2 (zoals mobiliteit, gebouwen, etc.). Ruim 90% van de totale CO2-voetafdruk komt voor rekening van scope 3 (materialen zoals papier en inkt, maar ook vervoer door derden).

Het in kaart brengen van de eigen CO2-voetafdruk is relatief eenvoudig. Voor het berekenen van scope 1 & 2 zullen van de volgende emissiestromen de hoeveelheden in kaart moeten worden gebracht:

  1. Aardgasverbruik vastgoed
  2. Brandstoffen eigen wagenpark, zoals benzine, diesel of elektriciteit
  3. Elektriciteitsverbruik vastgoed
  4. Warmtelevering (indien vastgoed wordt verwarmd vanuit bijvoorbeeld een warmtenet)
  5. Zakelijke reizen, zoals gedeclareerde kilometers, OV-reizen en vliegreizen

Er zijn verschillende instrumenten beschikbaar om de CO2-voetafdruk van de eigen organisatie te berekenen:

Het gebruik van een instrument kan een goed startpunt zijn om inzicht te krijgen in de CO2-voetafdruk en om bewustwording te creëren over de impact op het milieu. Het stelt een uitgeverij in staat om gerichte acties te ondernemen de uitstoot te verminderen en een bijdrage te leveren aan een duurzamere toekomst.

Ga naar Instrumenten | CO2 emissiefactoren voor een compleet overzicht van instrumenten die inzicht geven in de COvoetafdruk van een organisatie of activiteit, de uitstoot beperken en compenseren. Betrouwbare CO2emissiefactoren voor de Nederlandse markt zijn te vinden op Lijst emissiefactoren | CO2 emissiefactoren.

Scope 3 berekenen

Zoals eerder benoemd zal het grootste deel van de uitstoot worden veroorzaakt door activiteiten van derde partijen, ook wel ketenpartners genoemd. Het berekenen van de scope 3 uitstoot is niet eenvoudig, omdat het complexe informatie omvat die afkomstig is van ketenpartners. Het berekenen van scope 3 vereist daarom dat uitgeverijen communiceren en samenwerken met hun partners in de keten.

Er zijn verschillende instrumenten beschikbaar om de CO2-voetafdruk van de keten te berekenen:

Veel instrumenten zijn gebaseerd op het Greenhouse Gas Protocol (GHG), het meest gebruikte standaard is voor de administratie van broeikasgassen.